In het eerste deel van dit tweeluik (zie Sportgericht 3/2014) is het verschil tussen de complex methode, complex training en contrast training toegelicht. Bij deze trainingsvormen staat meestal het bewerkstelligen van ‘post activation potentiation’ (PAP) centraal. Dit tweede artikel gaat in op de extrinsieke en intrinsieke factoren die van invloed zijn op de mate van PAP, de opbouw en het herstel van vermoeidheid en hierdoor ook op de uiteindelijke prestatie.Waar mogelijk zal onderscheid wor- den gemaakt tussen complex- en contrast training.
Complex training of contrast training? Deel 2: Praktische richtlijnen
Over de auteur: Jeroen Rietvelt Msc.

Jeroen Rietvelt werkt als Inspanningsfysioloog en Strength & Conditioning Coach voor de Japanse Nationale schaatsploeg en als docent binnen de masteropleiding Sportfysiotherapie van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast schrijft Jeroen geregeld artikelen op het vlak van de trainingswetenschap en de trainingspraktijk. Verzorgt hij clinics, lezingen en cursussen en begeleidt hij op individuele basis enkele topsporters en breedtesporters.